Vorig bericht in deze reeks: Toen viel er een duisternis...

Mama en ik gaan maar wat eten. Het is rond lunchtijd en je moet toch wat eten. Anders val je om. De auto is inmiddels ook al terecht en wordt nu opgehaald. Dan kunnen wij zo ook naar huis.

We wachten maar, gaan nog even bij de ingang zitten. Dit wachten duurt voor mijn gevoel heel lang. Na zeker een uur is dan ook de auto bij het ziekenhuis. Wij gaan dan terug naar Veenendaal. We kunnen toch niets doen.

Onderweg naar Veenendaal zoek ik op internet naar een priester in Nieuwegein voor de laatste sacramenten. Ik vind wat gegevens en stuur die naar mijn moeder. Als we zo thuis zijn kan ze bellen.

Nadat we thuis zijn gekomen gaan we eerst maar eens koffie drinken, want dat drinken in het ziekenhuis is niet het lekkerste. Onderwijl dat we wat drinken besluit mama om toch maar het ziekenhuis te bellen. We hebben lang zitten wachten in de centrale hal en moesten ook nog naar huis. We hebben zekere al twee uur niets meer gehoord van papa. Mama belt en krijgt te horen van de verpleging dat we nooit hadden mogen vertrekken.

Ik zeg tegen mama, bel nog even die priester. Ik heb zijn gegevens naar u gestuurd. Ze kijkt ernaar en belt de priester. Hij zei dat hij ging kijken of hij wat kon regelen.

Wij gaan weer halsoverkop na 10 á 15 minuten weer terug naar Nieuwegein. Daar aangekomen blijkt de situatie niet fraai te zijn maar wel redelijk stabiel. We krijgen van de directe verpleging te horen dat we niet zomaar weg mogen, en we moeten melden als we naar buitengaan. Ze gaan nog wat aanvullende onderzoeken doen omdat zijn been toch wat koud aanvoelt. Daarvoor moeten we op de gang wachten. Na een half uur mogen we weer bij papa. Wij gaan zitten en waken bij hem. Ik kijk zo naar de apparaten en zie dat zijn hartslag zo rond de 60 slagen per minuut zit. Ik blijf bij hem en bid nog wat.

Na een tijdje komt de priester zelf. Hij stelt zich voor en we samen gaan bidden zegt hij. “Is hij nog bij kennis?”, vraagt hij. “Nee.”, geven wij als antwoord. “Oké, dan doen we alleen de ziekenzalving.”, zegt hij. Vervolgens begint hij het gebed, en krijgt papa de ziekenzalving. Ik hoor onderwijl allemaal piepjes, en zie dat er om de paar minuten een nummertje van zijn gemeten hartslag afgaat.

Als de priester weg is krijgen we de uitslag van het aanvullende onderzoek. Wij worden meegevraagd naar de familiekamer en zitten daar met twee artsen en een verpleegster. De ene arts zegt: “We hebben aanvullend onderzoek gedaan, en daar is uit gebleken dat zijn rechterbeen niet meer warm wordt. Die zullen we moeten amputeren. Helaas gaat dat nu niet, omdat zijn bloeddruk te laag is. Wij zouden het misschien nog kunnen dotteren, maar de kans dat een nieuwe bloedprop zich vormt is groot, omdat zijn bloed zo traag stroomt. Zijn been zal dus eigenlijk afsterven. Daarbij komt dat de operatie heel zwaar zal zijn, omdat zijn linker hartklep het heeft begeven. Zijn hart gaat hierdoor steeds verder achteruit. En als hij alles overleefd, dan is het nog maar de vraag of zijn hersenen geen schade hebben opgelopen”.

De andere arts vervolgd iets minder subtiel: “Hij gaat dus dood. U heeft geen keus.”.

De eerste arts gaat verder: “Wat we gaan doen. We gaan de hart-longmachine uitzetten, en kijken of zijn eigen hart het overneemt. Voor die tijd kunnen jullie rustig afscheid nemen. Neem alle tijd.”.

Mijn hart breekt. Oma zij altijd: “Bewaar je tranen maar voor later”. Dit is dus later.

Wij bellen mijn broers en aanstaande schoonzusje op, en leggen hen uit wat de dokters net hebben gezegd. Zij komen met spoed richting Nieuwegein. Want het zal niet lang meer duren hebben we zo het vermoeden. Mama vraagt of ze willen laten weten als ze er bijna zijn.

Wij gaan zeer emotioneel naar papa toe. Wij gaan bij hem bidden. Ik beveel Onze-Lieve-Heer papa in Zijn handen. Mama en ik bidden: “Heer, geef hem de eeuwige rust. En het eeuwig licht verlichte hem. Dat hij moge rusten in vrede.”

Terwijl wij bij hem waken zie ik de teller van zijn hartslag iets sneller dan daarnet teruglopen. Toen we bij de dokters vandaan kwamen zat hij zo rond de 50 slagen per minuut zit. Het loopt nu iets sneller af.

Dan wordt komt er een sms binnen. Ze zijn er bijna. Op dat moment daalt de hartslag nog een sneller. Er blijft bijna niets over. Ik begin lichtelijk in paniek te raken. Misschien zijn ze er niet bij als hij overlijdt. Meteen wordt mij ingegeven dat ze er wel zullen zijn. Ik ren naar de uitgang van de IC en ja hoor daar komen ze aan. Ik haal ze op en we gaan heel snel terug naar papa. Daar aangekomen, nemen wij allemaal afscheid. Vervolgens wordt de hart-longmachine uitgezet en zijn hartslag loopt heel snel terug. Het apparaat hield hem in leven.

Papa overlijdt op 11 december 2014 om 19:39 in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein.

Misschien ook interessant voor jou?